Burgemeesters van tien Europese steden, die 13,5 miljoen burgers vertegenwoordigen, hebben een brief gestuurd naar de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, waarin ze hun bezorgdheid uiten over de huizencrisis die hun grootstedelijke regio's treft.

Het document, getiteld "Brief van huisvestingsburgemeesters", benadrukt dat de huidige situatie op de vastgoedmarkt een kritiek niveau bereikt, vooral in grote steden, waar het tekort aan woningen een structurele crisis heeft veroorzaakt die dringende en gecoördineerde oplossingen vereist.

In de brief wijzen de burgemeesters erop dat het gebrek aan huisvesting niet alleen de meest kwetsbare segmenten treft, maar ook leidt tot de verdrijving van de middenklasse uit stedelijke centra. Dit fenomeen is grotendeels te wijten aan de groeiende invloed van grote internationale investeringsfondsen die, volgens de ondertekenaars, massaal vastgoed opkopen, de prijzen opdrijven en steden veranderen in ruimtes die ontoegankelijk zijn voor hun eigen inwoners.

Jaume Collboni, namens Barcelona, benadrukt in de tekst dat "huisvesting niet kan worden behandeld als een luxeproduct of als een speculatief goed" en doet een beroep op de Europese instellingen om hun verantwoordelijkheid te nemen in dit probleem. Onder de concrete voorstellen pleiten de ondertekenaars voor EU-wetgeving die de invloed van grote investeringsfondsen op de woningmarkt zou beperken, evenals een strengere regulering van de huurmarkt om onevenredige prijsstijgingen te voorkomen.

In de brief wordt ook aangedrongen op de noodzaak om het huisvestingsbeleid tussen de lidstaten te harmoniseren door gemeenschappelijke normen vast te leggen die het recht op huisvesting garanderen als fundamentele pijler van het Europese welzijn. De burgemeesters vragen de Europese Commissie om huisvesting als een centrale as op te nemen in de herziening van haar stedelijk beleid en een doortastender perspectief aan te nemen in de strijd tegen speculatie.

Huisvesting is geen privilege, betogen burgemeesters

Collboni en de andere ondertekenaars benadrukken dat steden het meest te lijden hebben onder de speculatieve dynamiek, maar dat zij ook het best in staat zijn om innovatieve en duurzame oplossingen te implementeren. Daarom roepen ze op tot een nauwere samenwerking tussen Europese steden en instellingen.

De brief is gericht aan de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Europese Raad, in de hoop dat deze instellingen huisvesting als prioriteit zullen opnemen in hun wetgevende agenda en concrete maatregelen zullen nemen om de huisvestingscrisis te keren. In een context waarin de ongelijkheid in steden toeneemt, zijn burgemeesters van mening dat de EU een historische verantwoordelijkheid heeft om ervoor te zorgen dat huisvesting geen privilege is, maar een recht dat toegankelijk is voor alle Europese burgers.

Deze gecoördineerde beweging van grote steden weerspiegelt de toenemende druk op lokale overheden om het hoofd te bieden aan een wereldwijde crisis die de grenzen overstijgt. Nu zal de reactie van de Europese instellingen doorslaggevend zijn om hun betrokkenheid bij sociale rechten en de toekomst van de Europese steden te tonen.

In deze context stellen de burgemeesters voor:

Een directe en gestructureerde dialoog op te zetten tussen steden en de Europese Commissie, in het bijzonder met de nieuwe commissaris die verantwoordelijk is voor huisvesting, om gebruik te maken van lokale kennis over de ontwikkeling en financiering van sociale en betaalbare huisvesting.

De toewijzing van Europese fondsen aan huisvestingsprojecten versnellen en optimaliseren, zodat steden efficiënt toegang krijgen tot deze middelen om tegelijkertijd de bouw van nieuwe woningen, de strijd tegen dakloosheid en de verbetering van de energie-efficiëntie van de bestaande woningvoorraad aan te pakken.

De burgemeesters sloten de brief af door te herhalen dat ze bereid zijn om nauw samen te werken met de Europese instellingen om een geïntegreerde stedelijke agenda uit te voeren die de sociale cohesie en het welzijn van gemeenschappen bevordert en zo de legitimiteit van de Europese instellingen in de ogen van hun burgers versterkt.